Zonnepanelen A-B-C
Als je je gaat oriënteren op zonnepanelen, krijg je allerlei termen om je oren geslingerd waar je tot voorkort nog nooit van gehoord had. Hieronder hebben we de belangrijkste termen op een rijtje gezet, zodat je precies waar het allemaal over gaat. Gebruik het gewoon als spiekbriefje!
Diverse termen zonnepanelen
Bi-facial zonnepanelen: Deze zonnepanelen hebben aan de achterkant een glasplaat of een transparante folie, waardoor ze ook aan de achterkant licht kunnen omzetten in energie. Bijvoorbeeld het licht dat door het wateroppervlak of de grond wordt gereflecteerd en normaliter verloren gaat.
Btw-regeling: Per 1 januari 2023 geldt er een btw-tarief van 0% op aanschaf van zonnepanelen voor particulieren met een systeem kleiner dan 10.000 Wattpiek. Na aankoop van een zonnestroomsysteem hoef je dus geen terugvraag bij de belastingdienst te doen.
CO2: Koolstofdioxide is een gas dat voor het broeikaseffect zorgt. Door de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals kolen, olie en gas, is de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer in de laatste 150 jaar extreem sterk toegenomen.
Diffuus licht: Diffuus licht is zonlicht dat de aarde niet direct bereikt. Dit kan omdat het bijvoorbeeld bewolkt is. Diffuus licht wordt weerspiegeld door de atmosfeer.
Dunne film: Alternatieve techniek voor het opwekken van spanning met zonlicht.
Energiebehoefte: De hoeveelheid energie die je jaarlijks nodig hebt om je eigen verbruik te dekken.
Hellingshoek: De hoek, gemeten in graden ten opzichte van de grondlijn, waaronder de zonnepanelen worden geplaatst op het dak. Bij schuine daken is de hellingshoek van het dak bepalend voor de hellingshoek van de panelen.
Indak systeem: een zonnestroomsysteem waarbij de zonnepanelen tussen de omliggende dakpannen wordt geplaatst. Er liggen geen dakpannen onder de panelen.
Instraling: De intensiteit waarmee de zon schijnt op een bepaalde plek. In Nederland hebben wij een instraling van circa 1000 Watt per vierkante meter. De intensiteit van de zonnestraling verandert met het uur van de dag, de tijd van het jaar en de weersomstandigheden.
Joule: de eenheid van energie. Eén joule staat gelijk aan één wattseconde.
Kilowattuur (kWh): Een hoeveelheid energie passend bij het verbruik van één kilowatt (1.000 watt) gedurende één uur. Een gemiddeld huishouden in Nederland verbruikt ongeveer 3500 kWh per jaar.
KWh–tarief: de prijs die je aan je energieleverancier betaalt per kWh.
Microcracks: kleine haarscheurtjes in de zonnecellen van een zonnepaneel. In eerste instantie levert dit niet direct opbrengstverlies op, maar dit kan jaren later wel optreden doordat de scheurtjes groter kunnen worden na verloop van tijd (dit komt door het krimpen en uitzetten door temperatuurschommelingen).
Micro omvormer: Achter elk paneel wordt een kleine omvormer gemonteerd. Een grote gezamenlijke omvormer is dan niet meer nodig. Voordeel: de prestaties van de panelen kunnen elkaar onderling niet meer beïnvloeden.
Monokristallijn: Stollingsvorm van silicium waarbij het gebruikte siliciumblok of plaatje uit één kristal bestaat. In het paneel liggen de kristallen allemaal in dezelfde richting. Dit komt doordat de afkoeling op een gecontroleerde wijze wordt gedaan.
Netaansluiting: De (energie)aansluiting is de verbinding tussen het energienet en de energiemeter in jouw meterkast.
Omvormer: Een omvormer is nodig om opgewekte zonnestroom (gelijkstroom) om te zetten in 230 volt wisselstroom. De omvormer is het hart van de zonnestroominstallatie.
Opdak systeem: Een zonnestroomsysteem waarbij de zonnepanelen bovenop de dakbedekking liggen. Dit is de meest veilige en meest gebruikte methode om zonnepanelen op een woning te monteren.
Opstartspanning: Een omvormer heeft een minimale spanning nodig om op te starten. Stel dat dit 80 Volt is voor een omvormer waarop 8 zonnepanelen aangesloten zitten, dan gaat de omvormer pas aan als elk paneel minimaal 10 Volt aan spanning levert. Kleinere omvormers hebben over het algemeen een lagere opstartspanning en starten dus sneller op en schakelen later uit.
Optimizer: Deze kleine apparaatjes worden gekoppeld aan een zonnepaneel en zorgen ervoor dat de opbrengsten van elk afzonderlijk zonnepaneel maximaal zijn. Heb je gedeeltelijk schaduw of panelen in verschillende legrichtingen? Dan kunnen optimizers de negatieve invloed van de minder presterende panelen minimaliseren.
Oriëntatie: De richting waarin de zonnepanelen worden geplaatst ten opzichte van de zon. Je spreekt over een dak op het zuiden, een oost-west dak, enzovoorts.
Netbeheerder: Het bedrijf dat de elektrische infrastructuur verzorgt. De netbeheerder legt en onderhoudt de bekabeling, plaatst en vervangt elektriciteitsmeters. Grote netbeheerders in Nederland zijn Liander, Enexis en Stedin.
Parallel geschakeld: Manier van het schakelen van meerdere zonnepanelen op één omvormer, waarbij elk zonnepaneel (of kleine groepjes zonnepanelen) afzonderlijk met de omvormer wordt verbonden.
Polykristallijn: De kristalstructuur van polykristallijn cellen is gedeeltelijk geordend (flake effect); kristallen liggen kriskras door elkaar. Deze panelen hebben een iets lagere elektrische opbrengst dan monokristallijn.
PV: de afkorting van photovoltaïsch. Als zonnestralen worden opgevangen om te worden omgezet in stroom, noemen we dat photovoltaïsche energie.
Rendement: Je hebt enerzijds de efficiëntie van zonnepanelen en anderzijds financiële aspect. Met het eerste wordt het percentage van het beschikbare zonlicht bedoeld dat een zonnepaneel kan omzetten in elektriciteit. Beter bekend is het financiële rendement: de waardevermeerdering van jouw investering.
Salderen: Het één-op-één verrekenen tegen hetzelfde tarief van opgewekte zonnestroom met de afgenomen stroom van het energiebedrijf.
Silicium: Halfgeleidermateriaal dat wordt gebruikt om zonlicht om te zetten in elektrische spanning. Bijvoorbeeld in monokristallijn of polykristallijn zonnecellen.
Serie geschakeld: Manier van het schakelen van meerdere zonnepanelen op één omvormer, waarbij de minpool van het ene paneel wordt gekoppeld aan de pluspool van het volgende. Alleen de minpool van het eerste en de pluspool van het laatste paneel worden naar de omvormer geleid. Bij serieschakeling tellen de spanningen van de afzonderlijke panelen bij elkaar op tot de spanning van de serie (string). Leuk om te weten: Binnen een zonnepaneel zijn de zonnecellen doorgaans ook in serie geschakeld.
Terugleveren: De energiemeter in je meterkast houdt bij hoeveel energie je niet direct verbruikt en terugstroomt naar het net. Dit heb je nodig voor het salderen. Je krijgt een terugleververgoeding hiervoor van je energieleverancier.
Terugverdientijd: De tijd die nodig is om de zonnestroominstallatie terug te verdienen met de gerealiseerde besparing door het zonnestroomsysteem.
Triple junction: Een techniek in zonnecellen waarbij meerdere pn-overgangen van verschillende halfgeleidermaterialen gemonteerd worden om meer golflengten te benutten waardoor er meer licht omgezet wordt in energie.
Verbruik: Dit is de elektriciteit die daadwerkelijk verbruikt is. Het verbruik wordt gemeten met een energiemeter die in de meterkast zit.
Vermogen: Meeteenheid om aan te duiden hoe hoog het maximale vermogen is van een zonnepaneel (of zonnestroomsysteem) onder vooraf gedefinieerde, wereldwijd geldende standaard test condities. Uitgedrukt in Wattpiek.
Vermogensbehoud: Het percentage van het maximale vermogen dat na verloop van tijd nog behouden blijft. Bij kwalitatief goede zonnepanelen zie je dat deze na 25 jaar nog steeds zo’n 85% van het maximale vermogen opwekken.
Watt: de eenheid van vermogen. Een gloeilamp met een vermogen van 40 watt verbruikt bijvoorbeeld een hoeveelheid energie van 40 joule per seconde.
Wattpiek (Wp): Eenheid van nominaal vermogen. Nominaal vermogen is het vermogen dat een zonnepaneel levert onder standaard testomstandigheden (STC).
Zonnecel: Het kleinste element van halfgeleidermateriaal dat in staat is zonlicht direct om te zetten in elektrische energie (gelijkstroom, DC).
Zonnepaneel: Geheel van seriegeschakelde zonnecellen tussen glazen of kunststof platen, eventueel bevestigd in een metalen of kunststof frame.
Zonnestroomsysteem: Alle componenten (zonnepanelen, omvormer, bekabeling, bevestigingsmaterialen etc.) die samen energie opwekken uit zonlicht en deze omzetten in bruikbare wisselstroom voor ons huishouden.
Zonuren: Je hebt gewone zonuren en volle zonuren. Gewone zonuren kun je berekenen door 24 (het aantal uren in een dag) te verminderen met het aantal uren dat het donker is en die uitkomst vervolgens nog eens te verminderen met het aantal uren dat ze zon achter een wolk zit. Een vol zonuur komt overeen met de hoeveelheid energie die op een wolkenloze zomerdag in één uur op een op de zon gericht vlak valt. Als standaard wordt aangenomen dat bij ‘volle zon’ een vermogen van 1000 W per vierkante meter op het aardoppervlak wordt ingestraald. Eén uur volle zon levert dan dus één kWh per m².